Updates

Hèt Belastingplan 2019!

Afgelopen 3e dinsdag van september heeft de koning Willem-Alexander de troonrede uitgesproken. Hiermee is het regeringsbeleid voor 2019 kenbaar geworden. Over het merendeel van de maatregelen is al gestemd, maar nog niet alle maatregelen zijn momenteel definitief. 

Wij brengen u op de hoogte van de belangrijkste fiscale maatregelen uit het belastingplan 2019 dat de Staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

 

KOOPKRACHT

Mogen we het kabinet geloven, dan gaat 96 procent van de mensen er aankomend jaar in koopkracht op vooruit. De koopkracht zal naar verwachting stijgen met 1,5 procent. Deze stijging komt alle inkomensgroepen toe, maar de laagste-inkomensgroep profiteert het minst van de stijgende koopkracht.

 

INVOERING TWEESCHIJVENSTELSEL

Op dit ogenblik kennen we in box 1 van de Inkomstenbelasting 2001 (belasting op inkomen uit werk en woning) een vierschijvenstelsel. Vanaf 1 januari 2019 zal dit vierschijvenstelsel geleidelijk omgezet worden in een tweeschijvenstelsel met een beoogd basistarief van 37,05 procent en een beoogd toptarief van 49,50 procent. In 2019 zal de eerste schijf 36,65 procent en de tweede schijf 38,10 procent bedragen.

Het inkomen van de hoogste tariefschijf zal tot en met 2021 bevriezen. Dit betekent dat deze schijf van toepassing is indien men meer inkomen heeft dan € 68.507.

 

VERHOGING ARBEIDSKORTING EN ALGEMENE HEFFINGSKORTING

Zowel de arbeidskorting als de algemene heffingskorting zal per 1 januari 2019 verhoogd worden. Mede door deze verhoging zal er naar verwachting sprake zijn van en stijging van de koopkracht. De algemene heffingskorting zal verhoogd worden met € 116, wat ertoe kan leiden dat het besteedbaar inkomen met maximaal € 184 kan toenemen. De arbeidskorting betreft een formule die afhankelijk is van arbeidsinkomen. Deze zogenaamde formule zal eveneens aangepast worden in het voordeel van de belastingplichtige met een inkomen tussen de € 20.000 en € 60.000 op jaarbasis.

 

VERLAAGD BTW-TARIEF

Zoals al eerder bekend was, zal het btw-tarief van 6 procent per 1 januari 2019 wijzigen in een btw-tarief van 9 procent. Deze verhoging is gebaseerd op de verlaging van lasten op arbeid (verhoging van de arbeidskorting en algemene heffingskorting). De btw is een geschikt middel om deze lastenverlaging in te voeren, aangezien dit een economisch minder verstorende belasting betreft.

 

AFSCHAFFING DIVIDENDBELASTING EN INVOERING BRONBELASTING

De veelbesproken dividendbelasting zal volgens het belastingplan 2019 afgeschaft worden. In de plaats van de dividendbelasting zal de bronbelasting ingevoerd worden. Door de invoering van bronbelasting op dividenden zal voorkomen worden dat Nederland gebruikt wordt als “doorstroomland” voor belastingparadijzen. Echter, de Raad van State, die de regering en het parlement adviseert over wetgeving en bestuur, is van mening dat de afschaffing van de dividendbelasting beter onderbouwd dient te worden, aangezien de afschaffing van de dividendbelasting zal leiden tot een forse inkomstenderving voor Nederland.

 

TARIEFWIJZIGING VENNOOTSCHAPSBELASTING

Verbonden aan de afschaffing van de dividendbelasting, zal het tarief aan verschuldigde vennootschapsbelasting verlaagd worden. De vennootschapsbelasting wordt voor winsten tot de € 200.000 in stappen verlaagd van 20 procent naar 16 procent in 2021. Voor winsten boven de € 200.000, bedraagt het tarief in 2021 22,25 procent in plaats van 21 procent.

 

RENTEAFTREKBEPERKING, VERLIESVERREKENING EN AFSCHRIJVINGEN IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING

Naar aanleiding van het wetsvoorstel Wet Bronbelasting 2020, wordt er een nieuwe beperking renteaftrek ingevoerd voor bedrijven met hoge leningen in verband met Europese Richtlijnen tegen belastingontwijking. De rente op leningen is niet langer aftrekbaar voor zover de rente meer bedraagt dan maximaal 30% van het bedrijfsresultaat. Het gevolg hiervan is dat veel van de bestaande ingewikkelde rentemaatregelen verdwijnen. Indien rente niet in aftrek kan worden gebracht in een jaar, dan is deze onbeperkt verkenbaar in toekomstige jaren. Wel zal er een anti-misbruikwetgeving ingevoerd om misbruik te voorkomen.

Tevens verandert de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting. Momenteel is de verliesverrekening gedurende negen jaar in de toekomst verrekenbaar. Deze termijn wordt teruggebracht naar zes jaar.

Op het vlak van afschrijvingen vindt er een wijziging plaats op het gebied van vastgoed. Vastgoed kan momenteel afgeschreven worden tot 50% van de WOZ-waarde. Voorgesteld is om de afschrijving op vastgoed te beperken tot 100% van de WOZ-waarde.

 

WIJZIGING BOX 2

Tevens verandert het tarief in box 2 (aanmerkelijk belang) aan de hand van de verlaging van de vennootschapsbelasting. Het box 2 tarief wordt  verhoogd om het globaal evenwicht te behouden tussen de inkomstenbelasting in box 1 en de combinatie box 2 en vennootschapsbelasting. Box 2 wordt aldus verhoogd naar 26,15 procent in 2020 en 26,9 procent in 2021.

Eveneens is voorgesteld om de voorwaartse verliesverrekeningsperiode in box 2 te verkorten van negen naar zes jaar, dit is opgenomen in het wetsvoorstel Wet Bronbelasting 2020, oftewel de wet die naar verwachting zal intreden bij het afschaffen van de dividendbelasting.

 

GRONDSLAGVERMINDERDE POSTEN

Voorgesteld is om met de ingang van 1 januari 2020 de volgende grondslagverminderde posten te sparren onder een eenzelfde tariefmaatregel te weten onder 37,05 procent in 2023:

  • De ondernemersaftrek (bestaande uit de zelfstandigenaftrek, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid en de stakingsaftrek);
  • De MKB-winstvrijstelling bij positieve winst;
  • De terbeschikkingstellingsvrijstelling bij positieve winst;
  • De persoonsgebonden aftrek (bestaande uit onderhoudsverplichtingen, specifieke zorgkosten, weekenduitgaven voor gehandicapten, scholingsuitgaven, uitgaven monumentenpanden, giften, het restant persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren en verliezen op beleggingen in durfkapitaal).

Aftrekbare kosten met betrekking tot de eigen woning worden per 1 januari 2020 eveneens versneld afgebouwd. Het maximale aftrekpercentage van aftrekbare kosten eigen woning bedraagt in 2019 49,0 procent en in 2023 37,05 procent.

 

INKORTING 30%-REGELING

De 30%-regeling, een speciale regeling voor buitenlandse werknemers die in aanmerking komen voor een gedeeltelijk belastingvrij loon, zal niet meer 8 jaar lang gelden. De 30%-regeling zal nog maar 5 jaar geldig zijn. Er is besloten om geen overgangsrecht in te voeren voor het verkorten van de looptijd. Tegemoetkomingen in de vorm van scholingsgeld voor internationale scholen in het schooljaar 2018/2019, zijn onbelast. Dit geldt echter alleen indien de vergoeding binnen de oorspronkelijke looptijd van de 30%-regeling valt.

 

VRIJSTELLING VOOR KLEINE ONDERNEMERSREGELING

Voor ondernemers die vallen onder de kleine ondernemersregeling, ook wel de KOR genoemd, heeft het kabinet voorgesteld om een facultatieve omzet gerelateerde vrijstelling in de omzetbelasting op te nemen. De kern van deze “nieuwe” KOR betekent dat indien ondernemers onder een bepaalde omzetgrens blijven, zij geen btw in rekening hoeven te brengen aan hun afnemers.

 

VERRUIMING NEDERLANDSE SPORTVRIJSTELLING

Per 1 januari 2019 wordt het onderhoud en de instandhouding van sportaccommodaties gestimuleerd door middel van de inwerkingtreding van subsidies voor sportverenigingen en specifieke uitkeringen voor gemeentes.

 

VERHOGING VRIJWILLIGERSREGELING

Met de ingang van 1 januari 2019 wordt het maximum van de vrijwilligersregeling verhoogd van €  150 per maand en € 1.500 per kalenderjaar naar € 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar. Dit betekent dat er sprake is van een hogere onbelaste onkostenvergoeding.

 

EXTRA VERGROENINGSMAATREGELEN

De belasting op aardgas neemt aankomend jaar toe, terwijl de belasting op elektriciteit afneemt. Eveneens komen verhuurders die huurwoningen ombouwen tot energiezuinige woningen vanaf volgend jaar in aanmerking voor heffingsvermindering.

Het wordt voordeliger om met de (elektrische) fiets naar werk te gaan. Indien men een fiets van de zaak privé gebruikt, geldt per 1 januari 2019 een bijtellingspercentage van 7 procent van de advieswaarde van de fiets.

 

AANPASSING BELASTINGRENTE VOOR DE ERFBELASTING

Voorgesteld is om de belastingrente met betrekking tot de erfbelasting te bepalen aan de hand van het tijdig ingediende verzoek tot voorlopige aanslag erfbelasting. Indien de voorlopige aanslag erfbelasting overeenkomt met de definitieve aanslag erfbelasting, wordt er geen betalingsrente in rekening gebracht.

 

WIJZIGING KANSSPELBELASTING VOOR SPORTWEDSTRIJDEN

Uit het belastingplan 2019 blijkt dat men een fiscale gelijke behandeling wenst van de aanbieders van op afstand aangeboden kansspelen van land gebonden weddenschappen en men wenst om de promotionele kansspelen te belasten. Deze wetswijziging zal naar verwachting in 2021 in werking treden.

 

DE IMPLEMENTATIE VAN E-COMMERCE RICHTLIJN

Het kabinet heeft voorgesteld om implementaties van de Richtlijn elektronische handel te implementeren in de Wet op de omzetbelasting 1968. Aan de hand van deze implementatie ontstaat er voor ondernemers met een grensoverschrijdende omzet van minder dan € 10.000 een keuze om wel al dan niet btw in de lidstaten van de consument te blijven voldoen.

Zoek jij naar ondersteuning of advies bij jouw financiële & fiscale verplichtingen, kun je onze proactieve hulp goed gebruiken om een financieel overzicht te maken en/of wil je je financieel plan voor nu en later goed geregeld hebben?

Neem dan contact met ons op